Iedere cultuur en iedere religie kent eigen gebruiken rond de belangrijke gebeurtenissen van het leven. Hier wil ik de gebruiken rond sterven en dood van het hindoeïsme bespreken. Het hindoeïsme is een oude religie zonder stichter. Het hindoeïsme is een manier van leven met een aantal vaste geloofspunten.

Rituelen

Over het algemeen wordt de overledene door de eigen familie afgelegd. De overledene wordt op zijn rug gelegd
met het hoofd naar het noorden, de ogen en mond gesloten, de armen gestrekt langs het lichaam met de handpalmen geopend naar boven. De benen worden gestrekt en de grote tenen aan elkaar gebonden.

Pandit

Een pandit kan rituelen uitvoeren om de stervende te helpen zich op de dood voor te bereiden. Bij een man wordt het hoofdhaar afgeschoren op een klein plukje na, bij de kruin. Daarna krijgt een man een tulband op. Bij een vrouw kamt men het haar en het wordt daarna met een sluier bedekt.

Offers

Ook na het overlijden worden rituelen uitgevoerd en er worden offers meegegeven, zoals bloemen en rijstkorrels.

Na de dood

Hindoes geloven in reïncarnatie. De kwaliteit van het volgende leven wordt bepaald door de daden in dit leven. Na heel veel levens volgt bevrijding, moksha. Men wordt dan niet meer opnieuw geboren maar gaat op in het goddelijke. Dat is een resultaat van geestelijke groei en die geestelijke groei is een resultaat van goed en waardig leven.